In 2013 waren wij voor de eerste keer in Amerika en toen deden we de westkust aan via een bekende reisorganisatie. We werden verliefd op de natuur, de hospitality en de vrijheid! In 2014 kozen we voor een totaal andere route die we helemaal zelf hebben samengesteld. Van Denver naar Denver via zeven staten: Colorado, Wyoming, South Dakota, Montana, Idaho, Utah en New Mexico. En dat is ons uitstekend bevallen!

We landen in Denver na een stop-over in Philadelphia via US Airways. We slapen één nacht in Denver en rijden gelijk door naar de Rocky Mountains. Dat is een van onze hoogtepunten die reis, denken we. Niet wetende op wat voor bijzondere plekken we dan nog zouden komen. Het gebergte werd 80 tot 55 miljoen jaar geleden gevormd en het is echt een must om (een gedeelte van) de Trail Ridge Road te rijden. Die weg is 77 km lang met spectaculaire uitzichten. Het is de hoogste geasfalteerde weg in Noord-Amerika.

Helemaal bovenin is het ontzettend koud, je bent dan nl. boven de bomengrens. Dus zorg dat je laagjes draagt. Er heerst een Alpine Toendra klimaat en dat is erg bijzonder, want er zijn maar weinig plekken op de wereld waar je dat vindt. Ook vind je er de Continental Divide; dat is een bergkam in Noord- en Midden-Amerika die als waterscheiding fungeert. Zie foto:

Onderweg naar Rapid City logeren we in Cheyenne, de hoofdstad van de Amerikaanse staat Wyoming. Dat is een geweldige plaats met schitterende gebouwen en een enorm cowboyverleden, die een beetje Europees aandoet; er zijn terrasjes en je kunt er fantastisch shoppen! Ik heb er mijn eerste Stetson-boots gekocht.

Tip: Koop cowboylaarzen bij de zaak Bootbarn in het Wrangler-gebouw.

Rapid City in South Dakota heeft voor iedereen wat wil(d)s. Wij waren er vier dagen en die hebben we zinvol kunnen maken. Ik zou er ook twee weken kunnen zitten, genoeg te doen in de omgeving. Wat dan? De stad is een ideale uitvalsbasis voor een bezoek aan het wereldberoemde beeldhouwwerk Mount Rushmore van de vier Amerikaanse presidenten. Wij hebben er o.a. gewandeld door het park. De indiaanse tegenhanger is het Crazy Horse Memorial. Dat is een grote rots die in de vorm van een bekende indiaan is gemaakt met beeldhouwen, hij is nog niet af, maar daar zit een verhaal achter. Ik vond het erg bijzonder om te bezoeken omdat je via het museum veel leert & ziet over levenswijze van de Indianen, de beeldhouwer en zijn levenswerk.

Het nabijgelegen Badlands National Park staat bekend om zijn kale rotslandschap en pastelkleurige landschap. We hebben er veel dieren gezien en er een trail gelopen. Toen we aan het einde van de dag onderweg waren naar het hotel zag ik ineens een ECHTE cowboy aan het werk! We zijn gestopt en op dat moment voelde ik me echt in een oude western zitten.

In Custer State Park zijn er heel veel bizons van dichtbij te spotten en hebben we een begeleide tour gedaan in het ondergrondse grotten stelsel van het Wind Cave National Park. Ongelooflijk hoe diep en uitgebreid het daar is. Het is ooit ontdekt door een 14-jarige jongen en er zit zelfs een lift in. Aanrader!

Via Cody (waar we de lekkerste spareribs ooit hebben gegeten) kwamen we terecht in Yellowstone, waar we al heel lang naar uitkeken. Als je denkt dat het niet mooier kan, kom je hier bedrogen uit. Een heel divers nationaal park waar zoveel te zien en te doen is dat je het nog druk krijgt! Je krijgt hier een totaal ander beeld van de aarde. Van geisers en warmwaterbronnen tot aan uitgestrekte vlaktes en bossen. We hebben alle bezienswaardigheden gezien en zijn zelfs In Montana een bizonburger wezen eten. Helaas geen wolven en beren gezien, dat wilde Arjan heel graag. Het meest indrukwekkend vond ik de Grand Prismatic Spring. Dat is de grootste warmwaterbron van het park, met een diameter van 113 meter en een diepte van 37 meter.

Tip: huur een cabin & ontbijt een keer in het restaurantje van Grant Village. Zelden zo’n lekker vers en uitgebreid buffet gehad, we hebben het er nog steeds over!

Daarna verbleven we een aantal dagen in Grand Teton, de tetons zijn hele hoge bergen die het middelpunt vormen van dit nationale park. Rijd er met de huurauto doorheen en maak wat wandelingen. Het is er niet goedkoop, houd daar rekening mee. Omdat we er in de herfst waren was de natuur erg kleurrijk, Indian Summer noemen ze dat. Overal bomen met gele, oranje, rode en paarse blaadjes, een genot om naar te kijken. Helemaal omdat een bos daar ook echt een bos is en niet een paar bomen zoals in Nederland. We verbleven er in de luxe cabins van Headwater lodge & cabins at Flaggstaff en dat was écht een verwennerij. Wat een romantische cabin! Elke dag lag er weer een persoonlijk briefje van de schoonmaakster en zowel Yellowstone als Grand Teton zijn heel gemakkelijk aan te rijden via de John D. Rockefeller Junior Memorial Parkway.

Tip: Mormon Row wil je echt fotograferen: dat zijn twee schuren uit 1880 waar de mormonen woonden.

Wordt vervolgd, binnenkort deel 2 van ons avontuur!

Tekst en foto’s door Kim van der Beek