De Nederlandse taal heeft in de Verenigde Staten een aanzienlijke status gehad. Op dit moment is de nationale taal van de Verenigde Staten Engels, dit omdat de meeste kolonisten in ‘de dertien koloniën’ uit Engeland, Schotland en Ierland kwamen. Het Engels heeft echter nooit de status van officiële taal gekregen. Naast Engels wordt er in verschillende delen van Amerika (vooral in Florida) ook veel Spaans gesproken.
In 1626 kopen Nederlanders het eiland Manhattan van de indianen voor het astronomische bedrag van zestig gulden. De Nederlanders stichtten er een qua oppervlakte grote kolonie die zich uitstrekt van New Hampshire in het noorden tot aan de kust van Maryland in het zuiden. De kolonie wordt Nieuw-Nederland genoemd en de hoofdstad komt op Manhattan (nu het (zaken-)centrum van New York) en heette Nieuw-Amsterdam. Naast Nieuw-Nederland lagen de Engelse koloniën, die samen Nieuw-Engeland werden genoemd. Het was duidelijk dat de bevolking daar een stuk sneller groeide. De Nederlanders hadden een tekort aan mankracht, er woonde rond 1650 maar 7000 mensen in Nieuw-Amsterdam. Dit waren echter niet alleen Nederlandstaligen maar ook veel Walen gingen in de kolonie wonen. Er woonden ook grote groepen Scandinaviërs, Engelsen, Fransen en Duitsers in Nieuw-Amsterdam. En er leefden natuurlijk Indianen in het gebied, de Nederlanders waren niet meer dan de grootste minderheid. Toch was de lingua franca het Nederlands. Veel indianen leerden een vereenvoudigd Nederlands om handel met de Nederlanders makkelijk te maken. In 1674 ging de kolonie definitief over in Engelse handen. Maar veel namen van plaatsen zijn afgeleid van de tijd van Nieuw-Nederland.

De zuidelijke punt van Manhattan tijdens de periode van Nederlandse kolonisatie (klik voor een vergroting)
Nederlandse namen in New York
* Bowery Lane (Bouwerijlaan)
* Bridge street (Brugstraat)
* Broadway (Breede Weg)
* Brooklyn (Breukelen)
* Bushwick (Boswijk)
* Coney Island (Konijneneiland)
* Flushing (Vlissingen)
* Gravesend (‘s-Gravenzande)
* Harlem (Haarlem)
* Hempstead (mogelijk naar Heemstede genoemd)
* Hoboken (mogelijk naar Hoboken (Antwerpen) genoemd)
* Holland (veel gebruikt)
* Long Island (het ‘Lange Eylandt’ genoemd door Adriaen Block, 1614)
* New Utrecht (Nw.-Utrecht)
* Rhode Island (mogelijk van ‘Roodt eylandt’)
* Spuyten Duyvil Creek
* Staten Island
* Stuyvesant (veel gebruikt, naar Peter Stuyvesant)
* The Bronx (van Jonas Bronck)
* Wall Street (Wal Straat of Waal Straat)
* Yonkers (Jonker)
Eelco Bosch van Rosenthal – Amerikacorrespondent van de NOS – legt het even uit
Engelse kolonie
De meeste Nederlanders vertrokken met de komst van de Engelsen richting het noorden, naar het achterland van de kolonie. Er waren slechts een paar Nederlanders die goed integreerden. De Nederlandse taal verspreidde zich de jaren die volgden o.a. door middel van de calvinistische kerken, die nog enkele eeuwen Nederlandstalig zouden blijven.
In New York zelf, een volledig Engelstalige stad geworden, werd het laatste Nederlands in de kerk pas vervangen in 1760, een eeuw na de overname. In de gebieden ten noorden van de stad New York klonk het meest Nederlands.
Nederlands verspreid over de VS
De kolonisten in de dertien koloniën aan de oostkust kwamen in opstand tegen het moederland Engeland. Ze verklaarden de onafhankelijkheid en schreven een verklaring naar voorbeeld van het Plakkaat van Verlatinghe (1581), de Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring tegen Spanje. In de Amerikaanse verklaring werd geschreven dat het volk in opstand mocht komen als het onderdrukt werd, zoals dat ook in het Plakkaat stond.
Nederland steunde de Amerikaanse onafhankelijkheid en erkende als eerste land de onafhankelijke Verenigde Staten. Dat verklaart de bijzonder goede verhoudingen tussen Amerika en Nederland die altijd zijn blijven bestaan. De Nederlandse staatsinrichting was ook een voorbeeld voor de Amerikaanse grondwet waarin Nederlandse voorbeelden worden gegeven en Nederlandse invloeden te vinden zijn. Het Nederlands was in 1778 nog zo belangrijk dat de grondwet direct in Albany (vroeger Fort Oranje) in het Nederlands werd vertaald. Onder andere om steun te krijgen van de vele Nederlandse kolonisten die in het gebied woonden. De onafhankelijk verklaarde Amerikanen werden op het Nederlandse eiland Sint-Eustatius begroet met saluutschoten en de Amerikaanse vlag werd gehesen. De Engelsen pikten dit niet en veroverden het eiland. In 1780 verklaarde Engeland Nederland (weer) de oorlog. Hierdoor kon Nederland geen wapens meer leveren aan de opstandelingen. Maar de leningen gingen gewoon door, er werd 35 miljoen gulden geleend aan de opstandelingen.
Het Nederlands hield het langst stand in het noorden van New Jersey en in de omgeving van Albany (Upstate New York). Nog steeds gebruikten de indianen een vereenvoudigd Nederlands om contacten te handhaven met de oude kolonisten. Het bleek dat de Paugussett-Indianen nog Nederlands kenden, aldus missionarissen die hen bezochten. Contacttalen waren het Mohawk Nederlands en het Jersey-Nederlands, te vergelijken met de Nederlandse dialecten in Guyana en op de Maagdeneilanden. Het Engels drong zich echter steeds meer op bij de oud-Nederlandse kolonisten. Terwijl in 1730 de Nederlandse boeren in de buurt van Philadelphia zich via de plaatselijke indianentaal verstaanbaar maakten met de Engelstalige landmeters en het gouvernement omdat zij geen Engels kenden. Omdat de nieuwe republiek voortkwam uit de dertien Engelse kolonieën, werd Engels de voertaal, en gingen ook de Nederlanders over op het Engels, hoewel thuis en in de kerken nog lang Nederlands werd gesproken.
Nederlandse Amerikanen
Nederlandse boeren vertrokken rond 1790 en 1800 naar Amerika. Daar kregen ze grote stukken land om te bewerken en konden ze grote winsten maken. In 1792 werd de Holland Land Company opgericht. Het bedrijf bezat een groot deel van het westen van de staat New York. De Holland Land Company legde wegen aan en was ook betrokken bij de aanleg van het Eriekanaal waarmee Canada bereikbaar werd. Rond 1850 kwamen er veel Nederlandse immigranten naar Amerika, waar zij hun heil zochten. Sommige waren boeren andere waren om religeuze redenen vertrokken uit Nederland. Deze Nederlanders kwamen in de staten Nw-Jersey en New-York nog oud-kolonisten tegen die een vreemd soort Nederlands spraken met veel Engelse woorden, het zoogenaamde Holland Dutch, veel van hun kinderen en kleinkinderen spraken al geen Nederlands meer.
Nederlandse woorden in het ‘Amerikaans’
In de loop van de tijd zijn er veel Nederlandse woorden in het Amerikaans opgenomen. Dit ondere andere door deze kolonisten. ‘Koekie’ werd ‘cookie’, spook (spook), stoep (stoop), slee (sleigh) en wafel (waffel) zijn voorbeelden die in het Engels zijn opgenomen. De nieuwe ‘kolonisten’ uit Nederland verstonden de vroegere kolonisten die het ‘Yankee Dutch’ spraken slecht. Omdat het oude dialect er in klonk en omdat er veel Engelse woorden werden gebruikt. Yankee was spottend woord voor Nederlander en tegenwoordig voor een Amerikaan. Dit woord komt van Jan Kees (twee echte Nederlandse namen). De nieuwe kolonisten moesten echter wel inburgeren in Amerika, hun taal was nu Engels. De immigranten vestigden zich echter bijna niet in New York maar in het binnenland van de V.S. bijvoorbeeld Michigan, Iowa en Wisconsin. De Nederlanders stichtten daar hun eigen stadjes en dorpen met Nederlandse namen. Bijvoorbeeld Holland, Nederland, Graafschap, Overisel, Vriesland, Zutphen, Drenthe en vele andere.
Door Nederlanders gestichte plaatsen in Michigan
Er werden verschillende Nederlandse Hervormde kerken opgericht en in Pella, Iowa ook Rooms-Katholieke Nederlandse diensten. Nederlands werd dus opnieuw de taal van de kerk en zelfs weer van het onderwijs. Er kwamen scholen waar Nederlands de voertaal werd, maar het Engels werd belangrijk gezien voor de contact met de ‘rest’.
Op het Calvin College in Grand Rapids was Nederlands een verplicht vak, dit tot de jaren zestig van de twintigste eeuw. Nog steeds is Nederlands hier een belangrijk vak. De laatste grote groep Nederlanders die naar Amerika kwamen was na de Tweede Wereldoorlog. Het Nederlands wordt vandaag de dag, hoewel er veel Amerikanen van Nederlandse afkomst zijn, niet zoveel meer gesproken. Men schat op een aantal tussen de 20.000 en 50.000.
Pella, een Nederlands stadje in Amerika
Pella is een stadje in Iowa. Het telt ongeveer 10.000 inwoners, van wie een groot gedeelte Nederlandse voorouders heeft. Er is een Nederlandse molen, een openluchtmuseum en een universiteit in Pella.
Pella is gesticht in 1847 door dominee Scholte en 800 van zijn volgelingen. Deze Nederlanders waren gevlucht naar ‘de nieuwe wereld’ om geloofsredenen.
De inwoners van het hedendaagse Pella zijn nog steeds bijzonder trots op hun Hollandse afkomst en laten dat merken ook. Midden in Pella staat de Vermeer Mill, een echte Hollandse windmolen uit de jaren vijftig van de 19de eeuw. De molen maalt koren en werkt nog steeds. Het is met z’n 40 meter de grootste werkende windmolen in de Verenigde Staten.
De architectuur in Pella doet denken aan de Hollandse huisjes in grote Nederlandse steden als Amsterdam en Utrecht. Ook is er naar goed Hollands gebruik een heuse gracht (canal) te vinden, waaraan het Molengracht Plaza is gevestigd. Over de gracht ligt een Hollandse hangbrug.
Het hoogtepunt van het jaar vormt het Tulip Time festival. Hiervoor worden tulpentuinen aangelegd, maken de inwoners Hollandse muziek en trekken ze Hollandse klederdracht aan.
Op de scholen in Pella wordt de Hollandse historie met de paplepel ingegoten. Er zijn zelfs nog wel bewoners te vinden die een aardig mondje Nederlands spreken. In Pella wordt het Pella-Nederlands (Pella Dutch) gesproken, dit dialect is afgeleid van het Zuid-Gelders (Kleverlands of Kleefs), een Nederlands dialect dat gesproken wordt in Oost-Gelderland, Noord-Limburg en in Duitsland (in de regio Kleef, Wuppertal).
Een verre stem uit Pella
Op de website van GeschiedenisTV (een digitaal kanaal van de VPRO) kun je de documentaire ‘Een verre stem uit Pella‘ (1977) van Hans Keller bekijken. Een prachtig portret over de eigenzinnige bewoners van Pella en hun Hollandse afkomst.