Sinds 1996 woon ik in de staat Missouri. In het zuidwesten van de staat aan het begin van het Ozark-gebergte en vlak bij Route 66 in de buurt van Springfield Missouri, de originele startplaats van Route 66.
Het was 1993 en mijn hbo-opleiding gaf de mogelijkheid om een stage te doen in de VS. Ik ben altijd al gek van de VS geweest. Mijn beeld was natuurlijk wat vertekend, want van de Dukes of Hazard, The A-team en andere Amerikaanse series krijg je natuurlijk niet zozeer het juiste beeld, alhoewel ik in gebieden ben geweest waar net leek alsof je wel degelijk in de Dukes of Hazard-wereld beland was. Maar dat is weer een ander verhaal. Waar ik heenging was voor mij ook niet belangrijk, als het maar Amerika was. Zo belandde ik op het College of the Ozarks in Branson, Missouri, waar ik in 1994 het grootste deel van het jaar zou doorbrengen.
Culture shock
Weleens last van gehad? Nou, ik wel. Van een land waar alles kan en alles mag naar de bible belt in de VS waar de mannen en vrouwen op de campus gescheiden moesten leven. Dat was wel even wennen natuurlijk. Het was dan ook een superchristelijk College. Het college hanteert het ‘Hard work U’-principe, wat betekent dat de student op het college werkt (15 uur per week) voor room and board (kost en inwoning). Perfect natuurlijk. Ik mocht daar het huiswerk Duits van de studenten corrigeren wat in het begin wat lastig was omdat je nog Nederlands denkt, Engels spreekt en dan ook nog eens in het Duits na moest denken. Dit College is een van de weinige instellingen in de USA waar je een graad kunt krijgen, zonder dat je met een torenhoge studieschuld blijft zitten.
Het onvermijdelijk gebeurde
Het eerste semester bestond uit het volgen van classes en het tweede semester was de stage. Die zomer gebeurde het onvermijdelijke. Ik werd verliefd. Zodanig verliefd dat ik haar ten huwelijk vroeg voordat ik terug naar Nederland moest. Ze zei ja, maar wilde eerst afstuderen. Ik moest terug naar huis en begon met de voorbereidingen van alle papierwerk. We hebben het nu over 1995, dus pre-internet. Ik moest een verloofdenvisum aanvragen en toen ik dit in de bus kreeg, was daar ook een brief dat je aan de Green Card-loterij kon meedoen. Jaarlijks 5,5 miljoen deelnemers voor 55.000 kaarten. Ook maar aan meegedaan, want je weet maar nooit.
Vijf maanden later ging ik terug om haar te bezoeken voor vijf weken. Ze beëindigde de relatie zodra we in de auto stapten. Daar zit je dan met een rotgevoel en je moet nog vijf weken volmaken in de VS. Gelukkig had ik genoeg vrienden daar, waar ik kon verblijven.
Weer terug in Nederland probeerde ik de draad op te pakken, want wat moest ik nu? Toen was het augustus en een grote envelop viel op de deurmat.
Green Card-loterij
GEFELICITEERD! U hebt een Green Card gewonnen! Nou ja, bijna dan, want je moest nog aan een hele hoop voorwaarden doen om dat ding te krijgen. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben ervoor gegaan. De meeste voorwaarden waren niet zo moeilijk behalve dan de financiën. Je moest óf geld hebben (wat ik niet had, natuurlijk) óf een sponsor in Amerika die financieel garant wilde staan en tsja, zo iemand vinden gaat ook niet zomaar. Zeker niet vanuit Nederland. De laatste optie was werk. Ik heb dus iedereen waarvan ik visitekaartjes had, een brief geschreven met de vraag of zij mij konden helpen.
Eén reactie kwam er maar terug. Een van de voormalige drummers van de King of Rock and Roll (Elvis), die ik had leren kennen tijdens mijn stage voor de Branson Chamber of Commerce, had een bedrijfje dat muziekreizen naar Amerika organiseerde. Hij ging dit promoten in Duitsland en vroeg of ik wilde helpen. Zo gezegd, zo gedaan en als dank heeft hij mij toen een baanaanbod geschreven om voor hem te werken in de USA. Dat was alles wat ik nodig had! Alles opgestuurd en hopen dat het allemaal goed zou gaan. YES!!! Goedgekeurd. Op 31 mei 1996 vertrok ik moederziel alleen met het vliegtuig naar de USA met mijn kleren, een paar duizend dollar en een tent op zoek naar de American Dream.
(wordt vervolgd)
Geschreven door Mark Egbers van Mailbox International